Begrippenlijst
1. Abonnee
De persoon of organisatie op wiens naam een domeinnaam geregistreerd is. Alleen de domeinnaamhouder heeft recht op diensten van SIDN.
2.
Abuse contact
Een contactadres van een netwerkbeheerder waar u contact mee kunt opnemen indien u hinder ondervindt van verkeer vanaf dat netwerk. Bijvoorbeeld in geval van overmatig netwerkverkeer (DOS attack) of spam.
3.
Access provider
Access providers verzorgen internettoegang voor hun klanten. Daarnaast kan een provider ook andere diensten aanbieden, bijvoorbeeld e-mail, webhosting en het wegfilteren van spam.
4.
Admin-c
Admin-c staat voor de administratief contactpersoon die geregistreerd is bij een .nl-domeinnaam. SIDN gebruikt het e-mailadres van de administratief contactpersoon in geautomatiseerde processen rond het beheer van de domeinnaam. Zo verzendt SIDN berichten aan dit adres bij opheffing van het domein of bij een verhuizing van de domeinnaam naar een andere registrar.
5. ASCII
Afkorting van American Standard Code for Information Interchange. Computers ‘begrijpen’ alleen getallen, dus een ASCII code is de numerieke weergave van letters, cijfers en leestekens. Bijvoorbeeld: ASCII 82 is de hoofdletter R, ASCII 130 de é. De ASCII-tabel loopt van de nummers 0 – 255.
6.
ccTLD
Afkorting voor country code Top Level Domain, en uitsluitend bedoeld voor landen. Een alom bekend voorbeeld van een ccTLD is natuurlijk .nl. Een ccTLD bestaat altijd uit twee letters, meestal de landenafkorting, zoals gedefinieerd in de ISO 3166-1 alpha-2 landencodes.
7.
Configuratie
Het geheel van apparaten (hardware) en programmatuur (software) dat samen een computersysteem of -netwerk vormt.
8.
Cookies
Een klein tekstbestandje dat bij een bezoek aan een website op de harde schijf van de bezoeker achterblijft. Cookies kunnen informatie bevatten als datum, tijd, namen van bezochte pagina's of gekochte producten.
9.
CvKB
CvKB staat voor College voor Klachten en Beroep. Het CvKB is een door SIDN ingesteld onafhankelijk orgaan waarbij .nl-domeinnaamhouders en registrars in beroep kunnen gaan tegen beslissingen van SIDN. Daarnaast kan bij het college een klacht ingediend worden als iemand van mening is dat een domeinnaam in strijd is met de openbare orde en/of goede zeden.
10.
Delegated
Een gedelegeerde domeinnaam is een geregistreerde domeinnaam die is opgenomen in het DNS. Een niet-gedelegeerde (undelegated) domeinnaam is wel geregistreerd, maar staat niet in het DNS.
11.
Dictionary attack
Een poging om in een computersysteem in te breken door talrijke woorden uit een woordenboek als wachtwoord te proberen.
12. DNS
Afkorting van Domain Name System (Domein Naam Systeem) of Domain name server. Het wereldwijde DNS is het systeem en protocol dat op het internet gebruikt wordt om domeinnamen naar IP-adressen te vertalen en omgekeerd.
13.
DNSSEC
DNSSEC, Domain Name System Security Extensions, is een uitbreiding op het DNS en is bedoeld om te voorkomen dat internetcriminelen gebruikers ongemerkt omleiden naar nepsites. Het huidge DNS-protocol is namelijk niet optimaal beschermd. Het is namelijk gebleken dat het mogelijk is de tijdelijke opslagruimte van Domain Name Servers (cache) te vervuilen met valse informatie, zodat een domeinnaam niet meer aan het juiste IP-adres wordt gekoppeld.
14.
Domeinnaam
Een domeinnaam is een naam in het Domain Name System (DNS), het naamgevingssysteem op internet waarmee netwerken, computers, webservers, mailservers en andere toepassingen worden geïdentificeerd.
15.
Domeinnaamhouder
De persoon of organisatie op wiens naam een domeinnaam geregistreerd is. Alleen de domeinnaamhouder heeft recht op diensten van SIDN.
16.
Domicilieadres
Het domicilieadres, in praktijk het adres van SIDN, kan door deurwaarders gebruikt worden om formele schriftelijke stukken aan de domeinnaamhouder te bezorgen of eventuele dagvaardingen uit te brengen.
17.
DRS
Afkorting voor domeinregistratiesysteem, het systeem waamee SIDN de .nl-domeinnamen registreert en beheert.
18. EDNS
EDNS is een uitbreiding op het DNS-protocol, waardoor grotere DNS-antwoorden mogelijk zijn. Deze uitbreiding speelt met name een rol bij DNSSEC waarbij de antwoorden altijd groter zijn.
19. ENUM
Afkorting van Electronic Number Mapping. Een technologie die telefonie met internet verbindt door telefoonnummers te registreren als domeinnaam. Met behulp van de ENUM-technologie kunnen bijvoorbeeld e-mailberichten doorgestuurd worden naar een mobiele telefoon. Of sms’jes naar een e-mailbox.
20.
EPP
EPP uis een protocol voor het registreren en beheren van domeinnamen. SIDN gebruikt EPP voor de communicatie tussen registrars en het domeinregistratiesysteem (DRS).
21.
Extensie
Het gedeelte van een internetadres achter de punt. Deze geeft vaak aan uit welk land de site afkomstig is. Zo staat .nl voor Nederland en .fr voor Frankrijk.
22. Glue record
Voordat een nieuwe name server kan worden gebruikt moet er een glue record voor de name server worden aangemaakt door de registry. Glue records verschaffen informatie over een name server, zoals het IP-adres en de verantwoordelijke registrar en voorkomen een kip-en-eiprobleem met DNS resolutie: zonder een glue record zou het niet mogelijk zijn voor een name server om informatie op te vragen over de name server zelf en de domeinen die hij bedient.
23.
GOVCERT.NL
GOVCERT.NL is het Computer Emergency Response Team van de Nederlandse overheid. Veiligheid is voor de overheid een belangrijk thema. Dat beperkt zich niet tot de fysieke ruimte. Het vergroten van de veiligheid in de virtuele wereld is evenzeer een verantwoordelijkheid van de overheid.
24. gTLD
Afkorting voor generic Top Level Domain, de generieke toplevels zoals .com, .org, .info etc.
25.
Internet Service Provider
Een ISP biedt andere organisaties en particulieren toegang tot internet. Daarnaast kan de provider ook andere diensten aanbieden, bijvoorbeeld e-mailadressen, webhosting en het wegfilteren van spam.
26. IP-adres
Internet Protocol-adres. Een unieke cijfercombinatie, bestaande uit cijfers en of letters. Elke computer of server op internet heeft een eigen IP-adres.
Door het unieke IP-adres is iedere computer die aangesloten is op het internet vindbaar. Op de website www.whatismyip.com kunt u zien wat het adres van de computer is waar u nu achter zit.
27.
Is-functie
Dienst op de site van SIDN die de meest recente status van een .nl-domeinnaam geeft. Een naam kan beschikbaar zijn, maar bijvoorbeeld ook voorbehouden of uitgesloten van registratie.
28.
ISP
Afkorting van Internet Service Provider. Een ISP biedt andere organisaties en particulieren toegang tot internet. Daarnaast kan de provider ook andere diensten aanbieden, bijvoorbeeld e-mailadressen, webhosting en het wegfilteren van spam.
29.
Label
Een label is een onderdeel van een domeinnaam of hostnaam. www.example.nl heeft bijvoorbeeld drie labels: 'www', 'example' en 'nl'.
30.
Malware
Malware is een verzamelnaam voor kwaadaardige software, en is ontstaan uit de Engelse term ‘malicious software’. Er zijn veel verschillende varianten van malware, waaronder het computervirus of de worm wat ook de meest bekende vorm van malware is.
31. MX-record
Mail exchange records leiden e-mail naar servers die het e-mailverkeer voor een domein afhandelen.
32.
Name server
Om een domeinnaam te gebruiken hebt u een name server nodig. Een name server is een computer op het internet die ervoor zorgt dat uw domeinnaam wordt ‘vertaald’ naar een IP-adres, een uniek nummer op het internet. Deze computer maakt onderdeel uit van het wereldwijde DNS.
33. NS-record
Name server records bepalen welke servers DNS-informatie voor een domein uitwisselen.
34.
Phishing
Phishing is een vorm van internetcriminaliteit. Internetgebruikers worden met e-mails en websites die sterk lijken op uitingen van bekende en betrouwbare bedrijven misleidt. In werkelijkheid zijn het vervalsingen. In die e-mails en op die websites vragen ze bijvoorbeeld naar de logingegevens, creditcardinformatie en/of het burgerservicenummer van de internetgebruiker, met alle gevolgen van dien.
35.
Quarantaine
Quarantaine is de periode van 40 dagen na opheffing van een .nl-domeinnaam. Deze domeinnaam is gedurende deze periode niet beschikbaar voor registratie door anderen dan de oorspronkelijke domeinnaamhouder. Met andere woorden: niemand kan er direct na opheffing met een domeinnaam ‘vandoor gaan’. Pas na de quarantaineperiode komt de domeinnaam vrij voor gebruik door anderen.
36.
Registrar
Een tussenpersoon die namens de (potentiële) domeinnaamhouder het contact met SIDN onderhoudt. Meestal zijn dit hostingbedrijven, internetservice- of accessproviders.
37.
Registry
Een registry is de organisatie achter een TLD, zoals SIDN dit is voor de TLD .nl en VeriSign voor .com. De registry is beheert de registraties van de domeinnamen onder het TLD en is verantwoordelijk voor het stabiel functioneren van het TLD. Naast de registratie en uitgifte van domeinnamen zorgt de registry ervoor dat internetgebruikers wereldwijd en op elk gewenst moment de domeinnamen kunnen gebruiken.
38.
RFC
Afkorting van Request For Comments. Dit zijn documenten die de protocollen en andere aspecten van internet beschrijven.
39.
Server
Een krachtige computer met een snelle verbinding. Deze computers zijn volledig ingericht om informatie te leveren. Een webserver is rechtstreeks met het internet verbonden.
40. SOA-record
State of authority record. In dit record staan allerlei DNS-technische parameters zoals wie de zone beheert, hoe lang de informatie van de domeinnaam mag worden opgeslagen, en hoe vaak de informatie wordt geüpdatet in het DNS.
41.
Spam
Ongevraagde e-mail, die vaak in grote hoeveelheden tegelijk wordt verspreid naar verschillende e-mailadressen.
42.
Subdomein
Een subdomein is het gedeelte van het adres dat voor de domeinnaam kan staan (wat in de meeste gevallen www is). Een webadres met een subdomein kan er bijvoorbeeld als volgt uit zien: subdomein.domeinnaam.nl.
43.
TCP
TCP staat voor Transmission Control Protocol en is een connectieprotocol dat veel gebruikt wordt op het internet. TCP heeft als kenmerken dat het gegevens in een stream kan versturen, waarbij de garantie wordt geleverd dat de gegevens aankomen zoals ze verstuurd werden, en eventuele communicatiefouten, zowel in de gegevens zelf als in de volgorde van de gegevens kunnen worden opgevangen. Hierdoor hoeft een client applicatie die TCP als transmissieprotocol gebruikt geen rekening te houden met de onderliggende netwerkarchitectuur en eventuele fouten in de communicatie.
44.
Tech-c
De technische contactpersoon (tech-c) is de persoon met wie contact kan worden opgenomen over technische kwesties rondom een geregistreerde .nl-domeinnaam. De tech-c kan (een medewerker van) de houder van de domeinnaam zelf zijn of (een medewerker van) de registrar.
45.
TLD
Afkorting voor Top Level Domain. Dit is het meest rechtse deel van een domeinadres na de punt. Deze lettercombinatie verwijst naar een land (.nl voor Nederland) of type organisatie (.com voor een commercieel bedrijf, .net voor een openbaar netwerk).
46.
Token
Een token wordt gebruikt om een verhuizing van een .nl-domeinnaam te valideren. Het token bestaat uit een willekeurige tekenreeks die is vastgelegd bij een domeinnaam. Het token is twaalf karakters lang en bestaat uit cijfers en letters (kleine en hoofdletters).
47.
Top level domein
Het meest rechtse deel van een domeinadres na de punt. Deze lettercombinatie verwijst naar een land (.nl voor Nederland) of type organisatie (.com voor een commercieel bedrijf, .net voor een openbaar netwerk).
48. Traffic shaping
Het inperken van internetverkeer door een provider om overbelasting van het netwerk te voorkomen.
49. Typosquatting
Typosquatting is een vorm van misbruik van het internet gebaseerd op het feit dat mensen zich wel eens vergissen bij het intypen van een websiteadres. De typosquatter zet een website op, waarvan het adres (domeinnaam) slechts heel weinig verschilt van het adres van een populaire website. Alle internetgebruikers die dezelfde typefout of vergissing maken, komen terecht op de website van de typosquatter. De beheerder van de website heeft veelal commerciële bedoelingen met een dergelijke site, en plaatst daarop tegen betaling advertenties, maar soms zijn de doelen ook frauduleus in de vorm van phishing.
50. Unix command line
Een gebruiker kan het besturingssysteem (Unix, maar ook Windows of DOS) een opdracht of commando geven. Bij de meeste opdrachten kunnen allerlei opties meegegeven worden.
|