Cheese is beschrijvend voor cannabiszaden, merk nietig verklaard
De Kamer van Beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO) heeft besloten dat CHEESE niet als merk kan worden geregistreerd voor zaden - in het bijzonder cannabiszaden - omdat het een beschrijvende aanduiding is. Theo Visser licht deze nietigheidskwestie nader toe.
Merkaanvraag CHEESE
Engelsman Andrew Hines heeft op 9 april 2015 een Uniemerkaanvraag ingediend voor het merk CHEESE voor klasse 31: granen, land-, tuin- en bosbouwproducten en zaden. Het merk werd op 7 oktober 2015 geregistreerd.
Nietigheidsactie
Op 20 mei 2016 werd door de Spaanse bedrijven Sweet Seeds uit Valencia en Pot Sistenak uit San Sebastian een verzoek tot nietigverklaring van het merk CHEESE ingediend. De nietigheidsactie werd onder meer gebaseerd op de stelling dat de aanvraag een hernieuwde indiening was van hetzelfde merk voor dezelfde producten welke aanvraag in 2012 werd geweigerd op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. Daarnaast stellen Sweet Seeds en Pot Sistenak dat de benaming "cheese" verwijst naar een soort cannabiszaad. 'Cheese' is volgens Sweet Seeds en Pot Sistenak bekend bij fabrikanten, detailhandelaren en consumenten - die actief zijn in de relevante industrie - als de naam van een soort marihuanazaad. Voorts werd een kopie overlegd afkomstig van de "urban dictionary" website met bijdragen uit 2008 en 2010, dus van voor de aanvraag van het merk CHEESE door Hines, waaruit blijkt dat het lemma "cheese" wordt geassocieerd met cannabiszaden.
Verweer
Hines verweerde zich met de stelling dat hij de naam "cheese" zelf heeft bedacht. In 2005 en 2006 nam hij met het bedrijf Big Buddah Seeds deel aan de in Amsterdam gehouden Cannabis Cup waar de naam "cheese" ook werd gebruikt en zelfs prijzen won.
Beslissing EUIPO
De nietigheidsafdeling van het EUIPO verklaarde het merk op 30 augustus 2017 nietig. Het EUIPO vond dat Hines onvoldoende gebruik van het merk had aangetoond. Sweet Seeds en Pot Sistenak hebben voldoende aangetoond dat het merk CHEESE beschrijvend is voor een soort cannabiszaad. In het bijzonder blijkt dit uit de documentatie waaruit objectief kan worden afgeleid dat fabrikanten, detailhandelaren en consumenten actief in de relevante industrie bekend zijn met de naam "cheese" als de naam van marihuanazaad. Daarom is de nietigheidsafdeling van mening dat een koper van cannabiszaden meteen een relatie legt tussen de benaming "cheese" en cannabiszaad. Ook de opname in de urban dictionary geeft de relatie tussen "cheese" en cannabis aan voor de aanvraag van het merk in 2015. De deelname aan de Cannabis Cup in 2005 en 2006 toont geen effectieve verkoop en levering van het merk aan. Verder is er volgens de nietigheidsafdeling geen onafhankelijk bewijs geleverd over het marktaandeel, de geografische spreiding en het langdurig gebruik van het merk.
Gebruiksbewijs
Voor het leveren van bewijs van gebruik van een merk zijn onder meer van belang: marktaandeel van het merk, de mate van gebruik, de geografische spreiding en de duur van het gebruik, investeringen gedaan in het merk waaronder reclame en promotie-inspanningen, verklaringen van Kamers van Koophandel of beroepsverenigingen en een deel van het in aanmerking komend publiek dat de betreffende goederen kan identificeren als afkomstig van een bepaalde onderneming.
Beslissing in beroep
Hines ging tegen de nietigverklaring in beroep bij de Kamer van Beroep van het EUIPO. Zijn pogingen de nietigverklaring te voorkomen strandden echter. De Kamer van Beroep moest bepalen of het begrip "cheese", op het moment van indiening van het merk in april 2015, werd geassocieerd met de betrokken categorie van producten waarvoor het merk was geregistreerd dan wel of dat het redelijk is aan te nemen dat dat het geval zou zijn in de toekomst. Volgens de Kamer van Beroep wordt "cheese" door de betrokken consument gezien als een van de populairste cannabiszaden. Dat betekent dat "cheese", mede gelet op eerdere argumenten van het EUIPO bij de beslissing in 2012, als een beschrijvende term wordt beoordeeld. De nietigheid van het merk werd bevestigd.
Wanneer een nietigheidsactie instellen
Een merk kan onderwerp van een nietigheidsactie zijn als blijkt dat het merk een beschrijvende, niet onderscheidende term is. Het komt voor dat bij onderzoek naar de beschikbaarheid van een merk een registratie naar voren komt van een identiek of overeenstemmend merk. Als blijkt dat het getraceerde merk een beschrijvende aanduiding is, vormt de registratie van dat merk geen onoverkomelijk bezwaar. Afhankelijk van de omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de bestaande registratie als bezwaar wordt aangehaald tegen de aanvraag van het voorgestelde merk, kan dan een nietigheidsactie worden ingesteld tegen de bestaande registratie. Onze consultants kunnen u in voorkomende gevallen daarover nader adviseren.
McDonald's verliest alleenrecht op merknaam Big Mac in EU
Na een rechtszaak door de Ierse fastfoodketen Supermac's, mogen ook andere spelers de Big Mac op hun menu zetten. McDonald's zal wel in beroep gaan.
De Amerikaanse hamburgerketen McDonald's heeft in de Europese Unie na 23 jaar het alleenrecht verloren om de merknaam Big Mac te mogen gebruiken. Dat is het gevolg van een beslissing van het Europese bureau EUIPO, kort voor European Union Intellectual Property Office. Dat is de instantie die over de merkbescherming waakt in de EU.
De zaak was aangespannen door de Ierse hamburgerketen Supermac's. Die heeft geen Big Mac op het menu staan, maar werd naar eigen zeggen wel in haar expansie gehinderd door de gelijkenissen tussen haar naam en de Big Mac. McDonald's blokkeerde daardoor de uitbreidingsplannen van de Ieren.
'Pesten'
Supermac's zegt dat de weg nu vrij is om in het Verenigd Koninkrijk en op het Europese vasteland actief te worden. De keten telt momenteel een honderdtal restaurants in Ierland en Noord-Ierland. 'Dit is een belangrijke overwinning voor zakendoen in het algemeen en het belet grotere bedrijven om aan merknaampesten te doen', reageerde Pat McDonagh, de oprichter van Supermac's.
Ook andere bedrijven kunnen nu de naam Big Mac gebruiken als ze dat willen. Het is wel nog afwachten of de beslissing overeind blijft. McDonald's liet in een reactie weten dat het in beroep gaat bij het EUIPO. Het concern heeft niet de gewoonte rechtszaken rond merkrechten te verliezen en stelt zich redelijk agressief op. In 1993 stapte het zelfs naar de rechter tegen een tandarts die zijn kabinet McDental noemde. Met succes.
De Big Mac is dermate iconisch dat het gezaghebbende blad The Economist er zelfs een economische index naar vernoemde.
Bert Broens, Journalist Ondernemen
Bron: Reuters, Belga
De handel in nep-merkproducten verplaatst zich in toenemende mate naar social media. Op Instagram alleen al zijn in 2018 2.000 accounts verwijderd die zich daarmee bezighielden. De waarde van de verhandelde nepspullen loopt in de miljoenen.
Fabrikanten van merkproducten, in het bijzonder kleding en mode-accessoires, hebben veel te stellen met het bestrijden van nepproducten onder hun merknaam. De handel hierin verplaatst zich meer en meer naar social media. Instagram is populair onder jongeren, een belangrijke doelgroep voor namaak-merkproducten. Op dit platform duiken dan ook de nodige accounts op die dergelijke producten aanbieden. In 2018 werden 2.000 accounts van aanbieders van nepproducten verwijderd, maar dit is waarschijnlijk maar een klein percentage van het totale aandeel van nephandel.
Douane om hulp vragen
Volgens de NOS spoorde de fiscus in 2017 voor meer dan € 6 miljoen op aan valse merkproducten op het gebied van mode. In totaal ging het om bijna 75.000 artikelen. Die hebben uiteraard niet de kwaliteit van het echte merkproduct. Fabrikanten worden dan ook regelmatig geconfronteerd met klachten, wat ten koste kan gaan van de goede naam van het merk. China, Hongkong en Turkije lijken op dit moment de belangrijkste bron van de handel in nepproducten.
Het bezwaar van Blackberry tegen Berryboot als merk
Het telecommunicatiebedrijf Maxnet wil de naam Berryboot inschrijven als merk ten behoeve van o.a. software, maar Blackberry maakt daar bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) bezwaar tegen. De gronden die Blackberry daarvoor aanvoert zijn onder andere het feit dat de inschrijving van Berryboot als merk voor twee groepen van producten (zogenaamde warenklassen) bij het publiek verwarring kan veroorzaken. Een ander argument is, dat Berryboot dan ten onrechte zou profiteren van de bekendheid van Blackberry.
Toelaatbaarheid van merken
Het Benelux Bureau was het met Blackberry eens en besloot Berryboot niet in te schrijven als merk. Berryboot liet het daar niet bij zitten en stapte naar de rechter. Die verwierp de uitspraak van het BBIE en stelde Berryboot in het gelijk. Het Beneluxbureau moest Berryboot alsnog als merk toelaten. Hoe zit het met de toelaatbaarheid van merken?
Te beschrijvend?
In de eerste plaats moet een merk om ingeschreven te kunnen worden niet te beschrijvend zijn voor het product waar het voor dient. Het BBVIE beschouwde het bestanddeel "boot" als te beschrijvend. "To boot" betekent "het opstarten van een computer". Het relevante publiek snapt dat, aldus het Beneluxbureau, en dus kan het volgens haar niet als (onderdeel van) een merk dienen. Opmerkelijk was, dat Blackberry zelf in het kader van de behandeling van de zaak had opgemerkt, dat Berryboot geen bijzondere betekenis heeft voor de consument. Nog sterker, zij stelde, dat zelfs voor wie een behoorlijke kennis heeft van de Engelse taal Berryboot een fantasienaam is, bestaande uit de elementen Blackberry (= bes) en boot (= laars of schoen). De rechter verwerpt het argument dat Berryboot te beschrijvend is om het als merk toe te laten. Hij voegt daar nog aan toe dat zijn oordeel niet anders zou zijn als "boot" wel zou worden verstaan in de betekenis van "opstarten van een computer". De meeste mensen zijn niet bekend met die betekenis, ondanks het feit dat deze terug te vinden is in woordenboeken en op Wikipedia.
Verwarringwekkend?
De andere vraag die speelde was, of Berryboot niet teveel leek op Blackberry? Kon de consument door de overeenkomsten tussen beide in verwarring raken over de herkomst van het merk? Omdat "black" en "boot" veel van elkaar verschillen en bovendien op verschillende posities in het merk staan (in het ene geval voorop en in het andere achteraan), is er volgens de rechter te weinig gelijkenis om verwarring te kunnen veroorzaken. De verschillen zijn er niet alleen zoals je de woorden ziet (visueel) en uitspreekt (auditief), maar ook als je kijkt naar hun betekenis. Blackberry is een bosvrucht, boot is óf een laars óf betekent "het opstarten van een computer". De combinatie van beide woorddelen heeft helemaal geen betekenis en speelt dus geen rol.
Bekendheid?
Blackberry voerde ook nog het argument aan van de bekendheid van haar merk. Berryboot zou daarvan profiteren. Berryboot bracht daartegen in dat Blackberry wellicht lang geleden (10 tot 15 jaar) nog een bekend merk was, maar nu - nu Blackberry zelfs is gestopt met de productie van mobiele telefoons - in elk geval niet meer. Ook daarin volgde de rechter Berryboot.
Conclusie en les
Hoewel Berryboot het aanvankelijk dus leek af te leggen tegen Blackberry, won zij uiteindelijk en kon gewoon als merk worden ingeschreven. De les is, dat de aanvrager van een merk (Berryboot) niet direct hoeft terug te schrikken voor een beetje gelijkenis met het merk van een ander (Blackberry) en dat de houder van een merk (Blackberry) die bezwaar aantekent tegen de aanvraag voor een merk dat een beetje op zijn merk lijkt (Berryboot) niet per se van succes verzekerd is. Het blijft een merkenrechtelijk steekspel.
Legt Coffee Rocks het als merk af tegen Starbucks?
Coffee Rocks vraagt bij het Europees Merkenbureau een beeldmerk aan voor haar embleem. Starbucks tekent daartegen bezwaar aan, omdat zij het teken Coffee Rocks zoveel vindt lijken op haar eigen beeldmerk dat daardoor verwarring zou kunnen ontstaan bij het publiek. Dat leidt tot een behandeling bij de Kamer van Beroep van Merkenbureau met uiteenlopende opvattingen en conclusies.
Dominante elementen verschillen van elkaar
In eerste instantie werd de zaak behandeld door de Kamer van Beroep. Die vergeleek het uiterlijk van het logo met het uiterlijk van het merk en kwam tot de conclusie dat er geen verwarringsgevaar was. De redenering was: het kenmerkende (of dominante) element van Coffee Rocks is een muzieknoot en een koffieboon, het kenmerkende en dominante element van Starbucks is een zeemeermin. Omdat die twee kenmerken geheel verschillend zijn kan het publiek niet in verwarring raken.
Reputatie en onderscheidend vermogen
Starbucks verliest dus in eerste instantie haar verzet tegen Coffee Rocks en gaat in hoger beroep. Zij stelt daarbij niet alleen, dat zij het niet eens is met het oordeel dat er op grond van de verschillen geen verwarringsgevaar is, maar voegt daar aan toe dat de Kamer van Beroep ten onrechte ook geen rekening heeft gehouden met de reputatie van Starbucks als ouder merk en heeft nagelaten bij haar oordeel te betrekken dat het onderscheidend vermogen van Starbucks als merk is aangetast.
Globale beoordeling
Het Gerechtshof gaat mee met het bezwaar van Starbucks. De kern van het bezwaar van het Gerechtshof tegen de beslissing van de Kamer van Beroep is dat de Kamer zich uitsluitend een oordeel heeft gevormd over de onderscheiden elementen van de beeldmerken (en de verschillen die dat oplevert) en alleen op grond daarvan tot het oordeel is gekomen dat er van verwarringsgevaar geen sprake kan zijn. Een globale beoordeling van de merken als geheel heeft zij nagelaten.
Visuele overeenkomsten
Het Gerechtshof doet de beoordeling in zijn geheel over. Zij stelt vast dat er drie visuele overeenkomsten zijn. Beide merken zijn ronde emblemen, bestaande uit twee delen, een figuur in het midden en een cirkel daaromheen met twee witte lijnen. De teksten zijn op dezelfde plek terug te vinden, ook allebei van elkaar gescheiden met twee sterren, respectievelijk muzieknoten. Daarbij worden in beide merken dezelfde kleurcombinaties (zwart en wit) en hetzelfde lettertype gebruikt. Tenslotte komt in beide merken het woord "coffee" voor, een woord dat weliswaar als zodanig niet als merk is te claimen omdat het beschrijft waar het om gaat, (koffie) maar toch een aspect dat (volgens het Gerecht) bij de totale afweging moet worden meegenomen.
Associatie
Ik vind dat Gerecht het bij het rechte eind heeft en dat Coffee Rocks met zijn embleem inderdaad teveel aanleunt tegen Starbucks en dat het koffieminnend publiek daardoor de associatie zal hebben van het bekende merk Starbucks. Of daarover het laatste woord is gezegd is natuurlijk de vraag.
WijKopenAutos moet inbreuk op het woordmerk "Ik wil van mijn auto af" staken. Dat heeft de rechtbank Overijssel eerder deze maand in kort geding bepaald.
Dat kort geding was aangespannen door Dealerdirect, een onlineplatform aan waarop consumenten hun auto kunnen aanbieden zodat autodealers deze van de consument kunnen inkopen. In maart 2017 heeft dit bedrijf "Ik wil van mijn auto af" als woordmerk gedeponeerd.
WijKopenAutos heeft al sinds 2014 het domein Wijkopenautos, maar niet het merkrecht. Het van oorsprong Duitse bedrijf wilde echter niet ingaan op sommaties van zijn concurrent. De rechter constateert dat de klacht van Dealerdirect terecht is: "Gezien de soortgelijkheid van de betrokken waren en diensten alsmede de overeenstemming tussen het merk en het teken en de bekendheid van het woordmerk acht de voorzieningenrechter in ieder geval indirect verwarringsgevaar aanwezig."
Ook zijn volgens de voorzieningenrechter voldoende concrete aanwijzingen dat er zich regelmatig verwarring bij de consument voortdoet. Uit de verzamelde klantenreviews van diverse grote online review websites, zoals Starred, Facebook, Trustpilot, Google review overgelegd door Dealerdirect en WijKopenAutos blijkt dat bezoekers en (potentiële) klanten van Dealerdirect en WijKopenAutos de dienstverlening van beide ondernemingen met elkaar verwarren.
Rolls- Royce beschuldigt Rebel & Rich van merkinbreuk
Rolls-Royce is houdster van het bekende beeldmerk (de dubbele RR) zoals hierbij afgebeeld. Zij heeft dat merk voor het eerst in 2001 ingeschreven voor sieraden (klasse 14).
Rebell& Rich is een webwinkel die via een website verschillende soorten sieraden verkoopt. Zij heeft (in 2015) haar merk eveneens voor sieraden ingeschreven. Ook dat merk bestaat (deels) uit een dubbele RR. Rolls Royce vindt dat Rebel &Rich inbreuk maakt op haar merkenrecht en vordert dat zij die inbreuk staakt en stopt met de verdere verkoop van haar sieraden met gebruikmaking van het dubbele RR teken.
Is hier sprake van inbreuk?
Voor inbreuk is het noodzakelijk, dat er zoveel overeenstemming is tussen twee merken (of tussen een teken en een merk) dat daardoor bij het specifieke geïnteresseerde publiek verwarring kan ontstaan over de herkomst van de bepaalde waren of diensten. De rechter moest zich nu dus uitspreken over de vraag of het in sieraden geïnteresseerde publiek op het verkeerde been kon worden gezet door het gebruik van de dubbele RR van Rebel&Rich en zou kunnen denken dat de sieraden in kwestie iets te maken zouden hebben met Rolls-Royce.
Totaalindruk
Een nauwkeurige analyse van beide beeldmerken levert volgens de rechter het beeld op, dat er weliswaar een opvallende overeenkomst tussen beide merken bestaat door het gebruik van twee elkaar deels overlappende (hoofd)letters "R", maar dat er door de toevoegingen daaraan van een afbeelding van een ring met een geslepen steen met daaronder de tekst REBEL&RICH, toch een andere totaalindruk bestaat dan van alleen de dubbele RR. Dat komt mede doordat het woorddeel RICH in een opvallende roze kleur is uitgevoerd. De gemiddelde consument zal zich daardoor - aldus de rechtbank- vooral op die tekst en op de afbeelding van de ring richten en niet zozeer op de dubbele RR, die dus volgens die uitleg meer als een toegevoegde (ondergeschikte) illustratie moet worden gezien.
Verwarringsgevaar
De uiteindelijke merkenrechtelijke vraag is natuurlijk of de kans bestaat dat de gemiddelde consument de herkomst van de sierden kan verwarren. Rolls-Royce betrekt hierin de bekendheid van haar merk, maar die bekendheid blijkt beperkt te zijn tot het gebruik van het merk voor auto"s en niet voor sieraden. De potentiële klant van de sieraden van Rebel&Rich zal geen link leggen met de auto"s van Rolls-Royce, is de redenering van de rechter. Het publiek zal door die dubbel RR alleen een link leggen met Rebel&Rich. Er is bij Rebel&Rich volgens de rechter ook geen sprake van een bijzonder luxueuze of exclusieve sfeer waardoor een link met Rolls- Royce zou kunnen worden opgeroepen.
Aanvechtbaar
Rebel&Rich gaat dus vrijuit en kan onbelemmerd doorgaan met het gebruik van haar dubbele RR teken in combinatie met de andere elementen van haar merkpresentatie. Ik vind de uitspraak niet heel bevredigend. De celebritysfeer die Rebel&Rich gebruikt in combinatie met het dubbele RR teken kan naar mijn mening wel degelijk een zekere verwijzing inhouden naar de exclusieve sfeer van Rolls-Royce. En er kan daarom wel degelijk gezegd worden, dat Rebel&Rich in zekere zin meelift op en profiteert van het exclusieve karakter van het merk van Rolls-Royce. Een hoger beroep zou denk ik niet kansloos zijn.
Belangrijke wijzigingen in de merkenwet voor de Benelux
Op 1 juni a.s. zal het Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom wijzigen. Deze wijzigingen leveren interessante nieuwe mogelijkheden op voor de merkhouder om direct bij het Benelux-Bureau en dus buiten de rechter om juridische acties te ondernemen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
De gronden voor de huidige oppositieprocedure worden verruimd. Vanaf 1 juni is het ook mogelijk de bekendheid van een merk in te roepen in een oppositie op grond van “sub c”. Voor houders van bekende merken is dit dus goed nieuws.
Naast de oppositieprocedure tegen aanvragen (die we al kennen), is het vanaf 1 juni ook mogelijk om tegen al geregistreerde merken op te treden door middel van een doorhalingsactie. De doorhaling kun je vorderen op basis vaneen ouder merkrecht. Ook kun je een merk vervallen laten verklaren wegens niet-gebruik. Tenslotte kun je de geldigheid van een merk betwisten als het merk niet onderscheidend of beschrijvend is. De procedure is vergelijkbaar met de oppositieprocedure en kent een periode waarin de indiener argumenten kan indienen, waarna de verweerder zijn of haar mening kan geven. Het Benelux-Bureau buigt zich tenslotte over de doorhalingsactie en neemt een beslissing.
Er komt één beroepsorgaan voor een hoger beroep tegen beslissingen van het Benelux-Bureau, namelijk het Benelux-Gerechtshof. Hiermee komt een einde aan de mogelijkheid om te kiezen tussen de beroepshoven in Nederland, België en Luxemburg.
Begin 2019 zullen er nog extra gronden worden toegevoegd, waarvan de belangrijkste de kwade trouw van een aanvrager is.
Uiteraard nemen wij deze nieuwe mogelijkheden mee in onze adviezen in merkenrechtelijke kwesties. Als u vragen heeft, neemt u dan contact met ons op.
De gemoederen rond de Braziliaanse microbrouwerij "Cerveja Leuven" blijven hoog oplaaien. De brouwerij diende een aanvraag in om de merknaam "Leuven" te laten registreren, zeer tegen de zin van de stad Leuven en AB InBev. De stad heeft geen alleenrecht op haar naam en AB Inbev heeft alle wereldwijd bekende merknamen geregistreerd zoals Stella Artois, Budweiser en Corona.
"Qua bescherming is er geen probleem. Alle merken, groot en klein, zijn in orde met hun registratie. Ons gaat het vooral om de connotatie tussen Leuven, bier en AB Inbev", vertelt Korneel Warlop, woordvoerder bij AB InBev. De aanvraag tot registratie van Cerveja Leuven is natuurlijk erg vreemd, aangezien het bier zo"n 9.700 kilometer buiten Leuven gebrouwen wordt in het Braziliaanse Piracicaba. Biergigant AB InBev heeft al jarenlang, van vlak na de opening van de brouwerij, een administratieve procedure lopen. "Enkele jaren geleden hebben wij zelfs al eens gelijk gekregen. Cerveja Leuven heeft daartegen beroep aangetekend. Dat beroep kan nog drie jaar aanslepen", zegt Warlop. Ook de stad Leuven overweegt een klacht tegen de Brazilianen.
Maar hoe groot is de kans dat een microbrouwerij uit Brazilië binnenkort de registratierechten heeft over de naam "Leuven"? "Het is moeilijk om een juridische analyse te maken zonder kennis van de achtergrond. Zo is het allereerst belangrijk om te weten of de Braziliaanse brouwerij een merkregistratie heeft genomen en voor welke landen. Als die aanvraag nog in behandeling is, kunnen AB InBev en/of de stand Leuven daar actie tegen ondernemen."
Misleidend voor consument
"Mij lijkt dat ze goede kansen hebben om aan te tonen dat het teken dat de Braziliaanse brouwerij op haar flesjes gebruikt misleidend is voor de consument. De grote letters in het logo roepen bij de consument een associatie op met de stad Leuven en die is er niet. Dat mag niet in het Europees merkenrecht en ik ga er van uit dat Brazilië vergelijkbare regels heeft", meent Marie-Christine Janssens, professor Merkenrecht aan de KU Leuven.
"Naast het merkenrecht hebben de meeste landen ook een regelgeving over eerlijke marktpraktijken. Ook hier kan het argument van een misleiding van de consument worden gebruikt tegen de Braziliaanse brouwerij. Via haar handelsnaam en producten zoekt ze aansluiting bij de faam van Leuven als bierstad. Zo willen ze profiteren van de goodwill van de stad Leuven op een wijze die toch problematisch kan genoemd worden. Ik zou dus denken dat de stad Leuven juridische middelen kan vinden om haar naam te verdedigen. Maar dat moet in Brazilië gebeuren, volgens de regels van Braziliaans recht. En dat is uiteraard niet zo evident", aldus Janssens. (ADPW)
Een nieuwe naam voor BHIM (Het Europese Merkenbureau)
Krachtens nieuwe EU-wetgeving, die vandaag wordt gepubliceerd, wordt het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) omgedoopt tot het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO).
Het BHIM zal met ingang van 23 maart 2016, 90 dagen nadat de vandaag gepubliceerde wetgeving in werking treedt, Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heten, en het Gemeenschapsmerk zal worden omgedoopt tot Uniemerk.
Op 23 maart 2016 zullen alle bestaande Gemeenschapsmerken automatisch Uniemerken en aanvragen tot Uniemerken worden.
De wijzigingsverordening behelst ook een herziening van de aan het Bureau te betalen taksen, waarbij de betreffende bedragen, in het bijzonder voor de vernieuwingstaksen, over de hele linie zullen worden verlaagd. Op 23 maart 2016 zullen de online aanvraagformulieren en de online takscalculator automatisch worden omgezet naar het nieuwe systeem.
Sinds 1996 heeft het BHIM, gevestigd in Alicante, Spanje, al meer dan 1,3 miljoen aanvragen om Gemeenschapsmerken in 23 EU-talen verwerkt, uit bijna elk land en gebied ter wereld.
Bron: boip.int